zaterdag 6 oktober 2012

Over de liefde

O ja, over de liefde, hadden we het nog niet over gehad.

Ik heb wel genoeg gesproken over de werkelijkheid en 3e persoon. Deze wereld dringt zich steeds verder aan mij op. En ik voorzie, dat in de niet zo verre toekomst de gedachten wereld van mensen meer en meer raakvlakken zal krijgen met deze wereld. Dit klinkt misschien vaag, maar ik bedoel: tekst, telefoon, radio, film, tv, internet, en daarna ...

Ik weet het niet. In mijn gedachten wereld worden de 1e en 2e persoonsvorm aan de aandacht onttrokken door de stortvloed aan wereld. Hoe reageer ik daarop? Ik weet het niet precies, ik ben geworpen in deze wereld die zich ontwikkeld op deze wijze. Het lijkt erop, dat hoe meer ik in beslag wordt genomen door de wereld, en naarmate ik me minder direct tot de ander of mezelf richt, dat ik daardoor in mijn gedachten en handelen steeds instrumenteler, steeds minder betrokken kan zijn.

Wat ik daarmee bedoel is, dat het dan moeilijker wordt om mijn gevoel te laten meespreken in mijn handelen. Ik ga af op de beelden van de wereld zoals ik deze heb, en ik wordt niet meer direct geraakt, ik laat me niet meer direct raken, door de aanwezigheid van jou, die ander. De wereld wordt dan een wereld van botsende objecten, in plaats van een wereld van elkaar rakende, elkaar beïnvloedende, elkaar lief-hebbende subjecten.

Door in mezelf, en in de ander op zoek te gaan naar de verborgen betekenissen en gebaren die tot me komen kan ik mezelf en jou, die ander, leren begrijpen, verstaan. Alleen als we elkaar verstaan, kunnen we werkelijk een gesprek hebben. Alleen dan kan er iets opbloeien van wat we hier liefde noemen.

Al heb ik geen idee wat het is, en hoe ik het benoem, hoe het wordt benoemd, ik heb het nooit begrepen, ik heb het wel beleeft, ik kan het wel beleven.

Je zou misschien zeggen dat ik hiermee aan het einde ben van mijn latijn. Dat is niet waar, er is nog een belofte, die niet is ingelost, en ik keer nog terug, terug naar een plaats waar ik eerder ben geweest.
Maar eerst de belofte, ik heb u gebeden, geduld, in de 2e persoonsvorm, met u.

Vanwaar deze u, of U? En vanwaar dit geduld. Dulden duidt op aanvaarden, nemen zoals het is, en zien wat er komen gaat. Je mag verwachten, maar vooral ook afwachten.
De U duidt op afstand en respect. Door jou met U aan te spreken toont mijn ik dit respect. Respect dat ik me verschuldigd voel omdat ik jou anders zijn, jou perspectief nooit zal kennen. Vandaar ook die afstand, en het geduld. Door u te gebruiken geef ik aan jou te zien als te achten subject. In zekere zin is dit respect niet alleen gebonden aan die 2e persoonsvorm, aan jou, die ander, maar deze afstand en dit respect is ook gebonden aan mezelf, aan de wereld. In hoeverre ken ik mezelf, of de wereld?

En daarmee duidt de U op een andere dimensie in mijn belevingswereld. Er is een dimensie waarin de wereld en de objecten die ik daarin onderken zich ontvouwen, en er is een dimensie waarin ik mezelf subjectief in die wereld ontvouw. Dimensies die traditioneel worden benoemd als "horizontaal" dan wel "verticaal", of ook wel "immanent" en "transcendent". Vooral de manieren waarmee ik mezelf richting geef bepalen hoe ik mezelf en mijn subjectieve afstemming in deze wereld zal kunnen ontvouwen.

Misschien is liefde emergent.