dinsdag 3 juli 2012

Vertrouwen

Na een erg lange periode van stilte wil ik de draad van de gedachten weer eens oppakken.
Mijn laatste gedachten gingen over vasthouden en over het weten van het niet-weten.
Ik denk dat vertrouwen deze twee (of drie) begrippen tezamen vat.

Maar eerst nog even over die stilte tussen de gedachten in. Ik denk dat ik het mezelf niet gemakkelijk heb gemaakt. Immers, ik wil hier geen omgevallen boekenkast weergeven, en ik wil hier geen zekerheden uitkramen, hooguit de juiste vragen oproepen. En dan ook nog een beetje oorspronkelijk graag.

Nu hoef ik het mezelf ook helemaal niet gemakkelijk te maken, elkaar napraten, dat doen we allemaal genoeg. Maar wat is oorspronkelijk, in hoeverre zijn gedachten oorspronkelijk, en als ik mijn gedachten hier in de taal van deze blog uitdruk, in hoeverre zijn dit dan nog oorspronkelijke gedachten? Mijn taal is al een omgevallen boekenkast, bij wijze van spreken. En vrijwel al mijn ideeën en gedachten zijn gebaseerd op de ideeën en gedachten van anderen. Ik zou niet verstaanbaar zijn en geen sociaal leven hebben als het anders was. Kortom, in alles ben ik schatplichtig aan mijn omgeving, en het zou niet eerlijk zijn deze schatplichtigheid te ontkennen. Hoe ik hiermee worstel en hoe ik deze "erfschuld" zou willen inlossen daarover in een andere gedachte later meer.

Voor nu over vertrouwen. Ook in mijn gedachte over het wereldbeeld heb ik daarover al gesproken. Toen heb ik er nog de psycholoog Erikson bijgehaald, zijn groeimodel. We vertrouwen in ons lijf, in ons zelf, in onze wereld, in ons geloof. Wat nu als al deze zaken onbestendig blijken? Waar bevind zich dan de basis voor mijn vertrouwen?
En als we uitgaan van de basis van ons vertrouwen zoals Erikison dit aangaf, dan sterken we ons vertrouwen telkens weer met onze familie, met onze vriendschappen, in ritueel, in traditie, overtuigingen, geloof. Het Engelse woord "Faith" voor geloof betekent zowel geloof als vertrouwen.
Maar toch, al deze zaken leveren geen basis, ons vertrouwen is als een teer weefsel, gesponnen met draden die stuk voor stuk breekbaar en vergankelijk zijn.
En daar zit voor mij nu precies de grootste zekerheid, de meest fundamentele basis, het meest basale fundament. Juist in al deze vergankelijkheid, in al deze "werkelijkheid". Mijn perspectief is vergankelijk, dit wat hier "ik" zegt, zal sterven. Nieuwe perspectieven vormen zich, ik zie geen reden voor twijfel daaraan. Niet  alleen mijn perspectief is beperkt en vergankelijk, ieder perspectief is beperkt en vergankelijk. Beperking en vergankelijkheid zijn eigen aan het perspectief. Tegelijk overstijg ik het perspectief met dit inzicht, met dit perspectief, met dit bewustzijn. Hoe? Juist door het bewustzijn van deze karakteristieken van mijn perspectief, en de lotsverbondenheid van dit bewustzijn met ieder ander perspectief. 

Het is een vertrouwen met lege handen, en ik zou niets anders willen.
Grenzeloos vertrouwen dat oneindig vaak gesterkt moet worden en telkens nog tekort kan schieten.
Het blijft oefenen, denk ik.