donderdag 23 augustus 2012

Wat is onze situatie?

In de reacties die ik heb mogen ontvangen op mijn blog heb ik weer eens ervaren hoe moeilijk het is om elkaar werkelijk te begrijpen. Juist in mijn blog probeer ik zo basaal en eenvoudig mogelijk mijn gedachten te formuleren met het doel om enige helderheid te verkrijgen, en juist over deze gedachtevorming krijg ik ik dan moeizame gesprekken en discussie met mijn beste vrienden.  Ieder gebruikt woord en ieder beeld kan aanleiding zijn tot verschillen in inzicht en interpretatie. Ik wil er niet moedeloos van worden, ik blijf optimistisch en overtuigd van de uiteindelijke waarde en betekenis van een eenvoudig begrip van onze situatie. Het enige wat voor mij werkelijk van belang wordt geacht, - en ik denk dat ik kan zeggen dat ik daarin mij gedreven mag voelen door mijn eigen situatie -, is een reflectie op de eigen situatie zonder enig voorbehoud. Met mijn eigen situatie, voor de helderheid, bedoel ik in dit specifieke verband, de situatie van  een voorspelbaar einde op relatief korte termijn als gevolg van een terminale ziekte. Alles relatief beschouwd wil ik deze specifieke situatie graag generaliseren en opmerken dat, voor zover mijn ervaring reikt, leven beschouwd moet worden als een terminale ziekte vol onvoorzienbare risico's. Mijn situatie verschilt daarin niet van die van wie dan ook.

Onze situatie is veel meer dan dat, zoals ik hier zit en gedachten vorm ben ik volledig "live and kicking". Met wat ik hier "onze situatie" noem doel ik op een discussie die ik heb gehad met vrienden, naar aanleiding van mijn gedachtevorming over de ideeënleer van Plato. Een discussie over "de ware aard van de werkelijkheid", de hier gekozen formuleren verraad al de Platonische achtergronden van deze discussie. Kortom, volgens mij niet eenvoudig.

Wat is onze werkelijkheid, is het de werkelijkheid of is het een illusie, en als het een illusie is, is er dan een werkelijke werkelijkheid, denk aan Plato's grot, of is misschien alles illusie, ook Plato's grot?

Zoals iedere discussie over solipsisme onoplosbaar en daarmee in mijn optiek onvruchtbaar is, zo is ook deze discussie onoplosbaar en daarmee onvruchtbaar. Een aspect van onze situatie dat we onder ogen moeten zien is de beperkingen waaraan ons bewustzijn onderhevig is. Beperkingen als gevolg van ons beperkte perspectief. Immers, wij worden geboren in een wereld waarin onze aanwezigheid beperkt is in ruimte en tijd. Over het verleden kunnen we enkel en alleen de achtergebleven sporen interpreteren, over de toekomst kunnen we slechts raden op basis van onze ervaringen. Het is onze natuurlijke en begrijpelijke reactie om te proberen deze beperkingen te overstijgen.
In mijn beleving zijn deze beperkingen van ons bewustzijn enkel en alleen te overstijgen, en dit is inderdaad en bewust tegenstrijdig, in de aanvaarding van de beperking. Ontkenning van deze beperkingen leidt inderdaad tot het navolgen van illusies.

Onze werkelijkheid is voor ons niet volledig kenbaar en daarmee ondoorgrondelijk. Als in de werkelijkheid een ware aard moet worden onderkend, dan is deze onkenbaarheid haar ware aard. En zo is iedere speculatie over de aard van de werkelijkheid een illusie. En tegelijkertijd, het is zinvol een werkelijkheid te onderkennen. Stel dat ik mijn situatie, mijn werkelijkheid interpreteer als een illusie, dan heb ik in mijn relatie met de ander uiteindelijk 2 alternatieven:
Leven in een zeepbel, als verbeelding van alternatief 1
  1. De ander is een illusie, als ik communiceer met de ander communiceer ik met een illusie die mijn geest produceert, de werkelijkheid is mijn projectie en mijn bewustzijn als een zeepbel. Onvruchtbaar solipsisme, gebaseerd op een ondoordacht en egocentrisch onderscheid gemaakt tussen mijn bewustzijn en (de rest van) de werkelijkheid. Nogmaals, ik wijs dit af, onvruchtbaar, en volstrekt ontoereikend als verklaring voor de werkelijkheid zoals ik deze ervaar. Absurd, en vooral niet inspirerend.
  2. Verbeelding van alternatief 2
    "Glasperlenspiel", foto van Wolfgang Theiss

  3. De ander is geen illusie, de gehele door onze ervaren materiële  werkelijkheid is een illusie gedragen door een bewustzijn waar mijn bewustzijn, en dat van de ander, onderdeel van uitmaken. Dit overkoepelend bewustzijn is goddelijk. Deze idealistische gedachtegang is naar voren geschoven door  George Berkeley. Een gedachtegang die nog steeds als inspirerend wordt ervaren. Consequentie van deze gedachtegang is, dat de werkelijkheid tot stand komt door ons bewustzijn. In mijn beleving een vorm van ontkenning van de hiervoor genoemde beperkingen van ons bewustzijn. Een kijk op de wereld die in mijn beleving de werkelijkheid niet verhelderd maar juist verwarring veroorzaakt. Ik zelf  vind mijn inspiratie juist in de aanvaarding van de ondoorgrondelijkheid, de onscheidbaarheid en vergankelijkheid van de werkelijkheid, en ik kan weinig inspiratie putten uit een complexe beeldvorming die zich uiteindelijk moet baseren op een andere, ideale, werkelijkheid als degene waarin ik meen te verkeren. 

Mijn behoefte aan eenvoud laat mij leven vanuit een bewustzijn van een werkelijkheid onscheidbaar gedeeld met ieder ander bewustzijn en niet-bewustzijn ("ding"). Waarin het mijn verantwoordelijkheid is mezelf al dan niet te verstaan met deze werkelijkheid, met al mijn beperkingen. Zo eenvoudig wil ik het zien.

In mijn gedachtevorming over bewustzijn  heb ik Wittgenstein aangehaald. Zijn eerste stelling "De wereld is alles wat het geval is", ontwijkt welbewust iedere discussie over de ware aard van de werkelijkheid.
De discussie kan zich richten op datgene wat als zijnde het geval kan worden beschouwd. Of de eindigheid die Wittgenstein voorondersteld in de hier aangehaalde "tractatus logico philosophicus" juist of haalbaar is, wil ik hier buiten beschouwing laten, ik ben het er niet mee eens, daar kom ik op terug.
Het gaat mij hier om de goedgekozen uitgangspunten:
"1. De wereld is alles wat het geval is" en  "2.063 De wereld is de som van alle werkelijkheden" (zie 2.06 The existence and non-existence of states of affairs is reality).

Een eenvoudig voorbeeld:
Afgelopen week reed ik met de auto mijn straat in. Ik zat achter het stuur, en in de auto zaten 2 andere passagiers, mijn partner en een goede vriendin. Mijn partner waarschuwde mij voor een kat op straat, ik schrok van haar waarschuwing, en er ontspon zich een levendige discussie over de verkeerssituatie waarin we ons bevonden. In deze discussie bleek dat we alle drie ieder de verkeerssituatie verschillend hadden beoordeeld, gebaseerd op verschillende posities en verschillende waarnemingen. Ik denk dat iedereen er zich wel iets bij kan voorstellen. En toch is het allemaal goed afgelopen, er is niets gebeurd, we zijn gewoon doorgereden, ik ben niet gestopt, en niet uitgestapt en ook mijn partner en vriendin heb ik niet verzocht om uit te stappen. We begrepen dat eenieder de situatie verschillend had waargenomen en beoordeeld, en waren het erover eens dat het van belang was om een gemeenschappelijk beeld te vormen over de situatie en ons oordeel waar mogelijk op dit gezamenlijke beeld te baseren. Door onderlinge afstemming over "wat het geval is".

Natuurlijk, een eenvoudige situatie waarin niets is gebeurd. Onze werkelijkheid biedt grotere uitdagingen waarin de behoefte aan inspiratie en het vestigen van hoop andere verwachtingen creëert.
Het is zoals het Chinese spreekwoord zegt: iedere reis begint met de eerste stap.